Zelf coniferen verplaatsen in 5 stappen

25 July 2025

Zelf coniferen verplaatsen in 5 stappen

Verplant coniferen als ze te weinig groeiruimte hebben, op een ongeschikte standplaats staan of op een andere plek beter tot hun recht komen. We leren hoe je in vijf stappen een conifeer verplant, hoe je de verplaatsing voorbereidt en welke verzorging de plant daarna nodig heeft om gezond te blijven.

Stap 1: Kies het juiste moment

Verplaats een coniferenhaag in het vroege voorjaar (februari of maart) of de herfst (oktober of november), wanneer de plant in rust is. Vermijd de groeiperiode tussen april en augustus omdat de hitte en droogte de overlevingskansen van de haagplanten verkleinen. Omzetten tijdens vorstperiodes beschadigt de wortels, belemmert wateropname en voorkomt een goede vestiging.

Stap 2: Graaf ruim rondom de coniferenhaag

Graaf met een spade op 30-50 centimeter afstand van de stammen een doorlopende sleuf langs de haag van 40-60 centimeter diep. Werk in secties van één meter om te voorkomen dat de kluiten uit elkaar vallen.

iemand die een conifeer in een plantengat plaatst met een conifeer

Stap 3: Til de plant voorzichtig uit de grond

Steek met een spade de wortels door en til, zodra een sectie loskomt, de planten met kluit voorzichtig uit de grond. Gebruik geen tuinvork, omdat coniferen een dicht wortelgestel hebben dat bij loswrikken kan beschadigen. Dek de kluiten bij warm weer direct af met een vochtige doek zodat de blote wortels niet uitdrogen.

iemand tilt een conifeer uit de grond met wortels

Stap 4: Bereid de nieuwe locatie voor

Kies een goed doorlatende, zonnige tot half schaduwrijke locatie die past bij de specifieke conifeersoort. Taxus staat graag in de schaduw, terwijl Cipres, Leylandii en Thuja minimaal 4 uur zonlicht per dag nodig hebben.

Graaf met een spade een geul die tweemaal zo breed en even diep is als de kluit van de conifeer. Gebruik een gespannen touw als richtlijn voor een rechte haag. Meng met een schep compost of bemeste tuinaarde door de uitgegraven aarde voor grondverbetering.

Stap 5: Plant de coniferenhaag

Plaats de coniferen in de geul en vul deze met een spade aan met de verrijkte, uitgegraven grond. Druk de aarde stevig aan met de voet en geef direct 15-20 liter water per conifeer om de wortels goed contact te laten maken met de grond.

Breng rond de groenblijvende haagplanten een mulchlaag van compost of boomschors aan van 5 cm om vocht vast te houden. Houd de eerste vier weken na het verplaatsen de grond vochtig voor een goede wortelontwikkeling.

Hoe bereid je de verplaatsing van een coniferenhaag voor?

Je bereidt de verplaatsing van een coniferenhaag voor door ruim van tevoren stappen te nemen om de planten en de nieuwe standplaats klaar te maken.

  • Een half jaar van tevoren wortels lossteken: Gebruik een scherpe spade om langs de coniferenhaag een sleuf van minimaal 30 cm te steken. Houd 30-50 cm afstand tot de stam, afhankelijk van de grootte van de planten. Door het lossteken van de lange wortels stimuleer je de coniferen om fijne wortels (haarwortels) aan te maken, die het herstel op de nieuwe locatie bevorderen.

  • Snoeien voor het verplaatsen: Verwijder uitstekende of beschadigde takken, zodat de planten minder water en energie nodig hebben.

Veelgemaakte fouten bij het verplaatsen van een coniferenhaag

Veelgemaakte fouten bij het verplaatsen van een coniferenhaag zijn: 

  • Verplaatsen op het verkeerde moment: Herplanten in de zomer of bij vorst verzwakt de planten, omdat wortelgroei en wateropname dan beperkt zijn.

  • Onvoldoende kluit meenemen: Beschadigde wortels of een te kleine kluit verminderen de opname van water en voedingsstoffen, waardoor de haag moeilijk herstelt.

  • Geen voorbereiding van de nieuwe standplaats: Slechte bodemkwaliteit of onvoldoende ruimte belemmert de groei en wortelontwikkeling.

  • Te weinig water geven na het verplaatsen: De wortels hebben direct water nodig om voedingsstoffen op te nemen. Onvoldoende watergift leidt tot uitdroging, wat bruine takken en een zwakke haag oplevert.

  • Te diep of te ondiep planten: Een te diep geplante conifeer leidt tot verstikking van de wortels. Een te ondiep plantgat maakt de conifeer instabiel en gevoelig voor uitdroging omdat de wortels te dicht tegen de oppervlakte liggen.

  • Geen wind- of vorstbescherming: Vorst beschadigt de wortels en sterke wind kan leiden tot takbreuk en ontworteling van de heg.

  • Verplanten zonder snoeien: Te veel loof in verhouding tot de wortelkluit verhoogt de verdamping en put de plant uit, wat leidt tot uitdroging en groeistress

  • Geen rekening houden met de nieuwe locatie: Een nieuwe plek met te veel schaduw, slechte drainage of harde wind hindert het herstel van de coniferenhaag, waardoor hij niet goed aanslaat en wegkwijnt.

  • Niet stevig genoeg aanstampen: Luchtzakken rond de wortels drogen de kluit uit en verhinderen goede wortelvorming.

  • Geen nazorg geven: Zonder water, mulch en bemesting blijft de plant verzwakt en kan hij afsterven.

Waaruit bestaat de nazorg voor een coniferenhaag na het verplaatsen?

De nazorg voor een coniferenhaag na het verplaatsen bestaat uit voldoende water, voeding en bescherming geven.

  • Regelmatig water geven: Geef de coniferen direct na het verplanten 15 tot 20 liter water, afhankelijk van de plantgrootte en bodemvochtigheid. Zorg dat de grond rond de stam goed doordrenkt is en geef de eerste vier weken twee tot drie keer per week water als onderdeel van het reguliere onderhoud. Voorkom drassige grond om wortelrot te vermijden.

  • Voeding en bemesting: Bemest de coniferenhaag vier weken na het verplanten met een organische meststof, zoals compost of coniferenmest. Strooi een dunne laag rond de basis van de planten en werk deze lichtjes in de bovenste bodemlaag om de wortelgroei te stimuleren.

  • Bescherming tegen hitte: Houd de grond rond de stam vochtig met een mulchlaag van compost of boomschors. Geef extra water bij warm weer en plaats indien nodig een schaduwdoek om uitdroging te voorkomen.

  • Bescherming bij vorst: Wikkel de coniferenhaag in vliesdoek of jute en breng een isolerende mulchlaag van 5 tot 7 cm rond de voet van de haag aan om de wortels te beschermen tegen bevriezing.