Een taxus verplaatsen is nodig wanneer de plant onvoldoende groeit, te weinig ruimte heeft of op een andere plek beter past. Leer stap voor stap hoe je een taxus verplaatst: van het kiezen van het juiste moment en het lossteken van de kluit tot het voorbereiden van de nieuwe plek en de nazorg. Ontdek wat je vooraf moet doen voor een succesvolle herplanting en hoe je de plant daarna verzorgt.
Stap 1: Kies het juiste moment
Verplaats een taxus in februari/maart of in oktober/november, wanneer de conifeer in rust is. Tijdens de groeiperiode (april tot augustus) is de kans op uitval van de haagplanten groter door hitte, droogte en actieve wortelgroei. Verplanten bij vorst beschadigt de wortels, voorkomt wateropname en veroorzaakt uitval.

Stap 2: Graaf ruim rondom de Taxus
Steek met een scherpe spade een cirkel van 30 tot 50 cm rond de stam. Graaf tot een diepte van 40 tot 60 cm, afhankelijk van de grootte van de plant. Hoe ouder en groter de taxus, hoe ruimer je moet graven. Zo blijft de kluit intact en raken de wortels niet beschadigd.

Stap 3: Til de Taxus voorzichtig uit de grond
Steek de wortels los met een spade en til de plant in één beweging uit de grond. Gebruik geen tuinvork: de taxus heeft een dicht wortelgestel dat gemakkelijk beschadigd raakt. Dek de kluit af met een vochtige doek als het warm of winderig is. Hierdoor drogen de wortels niet uit. Gebruik bij grotere planten een zeil of kruiwagen voor het verplanten.

Stap 4: Bereid de nieuwe locatie voor
Kies een plek met goed doorlatende grond waar geen water blijft staan. Taxus verdraagt geen natte voeten. Halfschaduw is ideaal, maar ook een plek in de zon is mogelijk zolang de bodem voldoende vochtig blijft. Graaf een plantgat dat tweemaal zo breed is als de kluit en even diep. Meng compost door de uitgegraven grond voor betere structuur. Gebruik een gespannen touw voor een rechte lijn bij het planten van een rij.

Stap 5: Plant de Taxus op de nieuwe locatie
Zet de plant met de bovenkant van de kluit op gelijke hoogte met het grondniveau. Houd bij het aanplanten rekening met minimaal 60 centimeter gronddiepte onder het plantgat, omdat deze coniferen diep wortelen (circa 50–60 centimeter). Vul het gat met de verrijkte aarde, druk stevig aan met de voet en geef direct 15 tot 20 liter water per plant.
Breng na het verplanten van de taxus een mulchlaag van compost of boomschors aan van 5 cm om vocht vast te houden en uitdroging van de wortels te voorkomen.

Hoe bereid je de verplaatsing van een Taxus voor?
Je bereidt de verplaatsing van een Taxus voor door de plant tijdig los te steken, de nieuwe standplaats voor te bereiden en terug te snoeien waar nodig.
-
2 tot 3 weken van tevoren: Steek met een scherpe spade op 30–40 cm afstand rondom de plant een sleuf van minimaal 30 centimeter diep. Dit bevordert de vorming van fijne haarwortels, waardoor de taxus na het verplanten sneller aanslaat.
-
Een week van tevoren: Controleer de nieuwe standplaats op ruimte, zonlicht en drainage. Taxus verdraagt halfschaduw en staat graag in goed doorlatende, humusrijke grond. Een ruime plek zorgt ervoor dat de taxus goed kan groeien.
-
1 tot 2 dagen voor het verplanten: Graaf het plantgat op de nieuwe plek. Maak het tweemaal zo breed en even diep als de wortelkluit, en meng compost of organische mest door de uitgegraven grond. Snoei lange of beschadigde takken licht terug. Zo hebben de groenblijvende haagplanten minder water en energie nodig, wat het herstel verbetert.
Veelgemaakte fouten bij het verplaatsen van een Taxus
Een taxus verplanten moet zorgvuldig gebeuren om stress en schade te voorkomen. Onderstaande fouten verkleinen de overlevingskans en leiden tot uitval. Voorkom deze fouten met de juiste voorbereiding.
-
Verplaatsen op het verkeerde moment: Verplanten in de zomer of tijdens vorst vergroot de kans op stress, omdat hitte en kou de wortelgroei en wateropname ernstig verstoren.
-
Te kleine kluit meenemen: Een beschadigd of te klein wortelgestel beperkt de opname van vocht en voedingsstoffen, waardoor de plant slecht herstelt.
-
Geen bodemvoorbereiding: Slechte of onbewerkte grond belemmert de wortelontwikkeling, waardoor de taxus zich niet goed vestigt.
-
Geen of onvoldoende water geven: De wortels hebben direct na het aanplanten voldoende water nodig. Anders droogt de kluit uit en sterft de plant af.
-
Te diep of te ondiep planten: Een te diep geplante taxus (dieper dan het grondniveau) veroorzaakt verstikking van de wortels, terwijl een te ondiepe plant (hoger dan het grondniveau) instabiel staat en sneller uitdroogt.
-
Geen bescherming tegen wind of vorst: Door harde wind kunnen de wortels beschadigd raken, kan takbreuk ontstaan of de jonge planten ontwortelen. Vorst veroorzaakt bevriezing van de wortels en uitval.
-
Verplanten zonder snoeien: Te veel naalden in verhouding tot het wortelvolume zorgt voor overmatige verdamping, waardoor de plant uitgeput raakt.
-
Een verkeerde standplaats kiezen: Een plek met te veel zon kan leiden tot uitdroging en uitval. Slechte drainage veroorzaakt natte voeten wat het herstel belemmert en de kans op afsterven verhoogt.
-
Niet stevig genoeg aandrukken: Luchtzakken rond de wortels drogen de kluit uit en voorkomen dat de wortels contact maken met de bodem.
-
Geen nazorg geven: Zonder regelmatige watergift, bemesting of bescherming tegen weersinvloeden blijft de plant kwetsbaar en groeit hij slecht aan.
Nazorg voor een Taxus na het verplaatsen
Een taxus heeft na verplaatsing extra aandacht nodig voor een succesvolle hergroei. Geef de plant voldoende water, voeding en bescherming tegen weersinvloeden.
-
Water geven: Geef direct na het verplanten 15 tot 20 liter per plant. Houd de eerste vier weken de bodem vochtig. Geef twee tot drie keer per week water, afhankelijk van temperatuur en regenval.
-
Bemesten: Voeg vier weken na het verplaatsen organische mest toe, zoals koemestkorrels of beendermeel. Werk dit licht in rondom de plant. Volg voor de hoeveelheid mest de instructies op de verpakking.
-
Weerbescherming: Leg rond de voet van de plant een mulchlaag van compost of boomschors aan tegen verdamping. Houd hierbij 10 – 20 cm afstand tot de stam om schimmelvorming en verstikking te voorkomen. Gebruik vliesdoek bij vorst of een schaduwdoek bij hitte.